Van Las Vegas naar Bakersfield - via Death Valley, de heetste, droogste en laagste plek van heel Noord-Amerika. Ondanks dit afschrikwekkende imago, is dit Nationale Park erg populair bij natuurliefhebbers. De vallei bevindt zich voor een belangrijk deel beneden het zeeniveau, en wordt omringd door hoge bergtoppen die vaak met sneeuw zijn bedekt. De hoogste temperatuur die ooit in het park werd gemeten – in juli 1913 - was 56,7 graden Celsius. De extreme hitte van Death Valley is vooral voelbaar in Badwater; deze zoutvlakte ligt 85,5 meter onder zeeniveau, en is daarmee het laagste punt van het hele westelijke halfrond. Toen deze foto's werden gemaakt was het er maximaal 43 graden Celsius.